Start!

Een programma schrijven doe je met code. Maar je computer begrijpt die code niet rechtstreeks. Via een compiler of een interpreter zet je code om naar een bestand dat je computer kan uitvoeren. Je start dus met de installatie van een python interpreter.

De nieuwste versie kan je hier downloaden. Je kan die zeker zelf installeren.

Om code te schrijven gebruik je best een editor. In deze cursus gebruiken we Visual Studio Code. Ook die installatie kan je zeker zelf uitvoeren.

Open nu VS Code en installeer de python extensie. Die extensie is niet strikt noodzakelijk, maar ze helpt je bij het schrijven van code.

Maak in je OneDrive folder een map python, met daarin nog een map les1. In VS Code open je dan het File menu. Kies voor File -> Open Folder en selecteer de folder python.

Nu kan je in het bestandsoverzicht links een bestand toevoegen. Maak een bestand hello.py.

Klik op dit bestand om het te openen. Zet er de volgende code in:

print("Hello, hello")

Klik nu rechtsboven op het pijltje naar rechts. Daarmee voer je je programma uit. Onderaan in de editor verschijnt een ‘terminal’, een plaats waar je commando’s kan uitvoeren. Je programma wordt hier uitgevoerd en toont de tekst op het scherm.

Experimenteer nu even met deze code, en ga het volgende na:

• Kan je in plaats van dubbele ook enkele aanhalingstekens gebruiken?
• Kan je de aanhalingstekens weglaten?
• Kan je spaties voor of na de haakjes plaatsen?
• Kan je een spatie voor de print instructie plaatsen?
• Kan je een lege regel voor je code zetten?
• Kan je print met een hoofdletter schrijven?

Elke taal heeft een grammatica, ook een programmeertaal. Wanneer je in spreektaal een fout maakt, dan kom je daar meestal mee weg. Wanneer je code schrijft, dan moet het correct zijn. Onthoud alvast de volgende python regels:

• Code meer naar rechts zetten heeft betekenis. Je kan dat niet zomaar doen.
• Er is een verschil tussen hoofdletters een kleine letters.
• tekst zet je tussen aanhalingstekens.